Niets is waar

Niets is waar;de eindeloze geschiedenis van het nihilisme

'Het nihilisme staat voor onze deur waar komt deze meest sinistere van alle gasten vandaan'.
Friedrich Nietzsche, Nachlass II, pag. 127

Verantwoording: Het nihilisme door de eeuwen heen

In dit werk ben ik uitgegaan van de grondgedachten zoals die door de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche over het nihilisme naar voren zijn gebracht. Aan die ideeën heb ik een andere invulling gegeven en die vervolgens in de tijd geplaatst. Daarmee heb ik de figuur Nietzsche weer met beide benen op de grond gezet. Ik heb de koorddanser uit Also sprach Zarathustra die hoog in lucht zweeft weer vaste grond onder zijn voeten gegeven. Net zoals Marx met Hegel heeft gedaan, plaats ik Nietzsche terug in de dagelijkse werkelijkheid.

Onder het nihilisme verstaat Nietzsche het volgende: in zijn Der Wille zur Macht lezen wij: Het nihilisme is de situatie als de mens bemerkt dat er een onverzoenlijke tweestrijd gaande is tussen ideaal en werkelijkheid, tussen een gewenst bestaan en een werkelijkheid die hem wordt opgelegd. Dit is zijns inziens de algemene toestand. Op deze toestand volgt volgens Nietzsche een reactie die nihilistisch van aard is, die reactie loopt uiteen van passief tot actief. Dus bij Nietzsche hebben we een algemene toestand die nihilistisch is en een reactie die nihilistisch is. Deze begripsbepaling heeft bij menigeen tot verwarring geleid.

Ik vervolg. Nietzsche is van mening dat er in zijn tijd, derde kwart van de 19de eeuw, sprake is van een nihilistische toestand. En zoals gezegd volgt op die toestand een nihilistische reactie. Zo keert een meer theoretisch ingestelde nihilist zich in woord en geschrift tegen de nihilistische toestand, die ik als een crisistoestand beschouw. Als hij daadwerkelijk actie onderneemt wordt hij actief of radicaal nihilist genoemd afhankelijk hoever zijn actief handelen reikt. Een passief, berustende nihilistische houding daarentegen wordt door Nietzsche gezien als een teken van zwakte, de geestkracht is vermoeid, de mens begraaft de strijdbijl, hij trekt zich in zichzelf terug.

Aanvankelijk gaat Nietzsche uit van het individu dat in opstand komt tegen de massa en de sociaalpolitieke, geestelijke (filosofische), morele, materiële en culturele verhoudingen, maar al snel verliest hij het vertrouwen in de individuele mens. Het lot der mensheid wordt nu in handen gelegd van de supermens, de Übermensch (een menstype dat zich verheft boven de gewone mens).

Op een gegeven moment trekt Nietzsche de conclusie dat niet meer de mens de wereld stuurt, maar dat de levenskrachten, de vitale krachten dat doen. De eeuwige cyclische beweging van de vitale krachten, de beweging van opkomst (ontstaan), groei en verval, een overigens oeroud idee, vormt nu de hoeksteen van zijn denken. Kortom, we kunnen van een duidelijke breuk in zijn denken spreken. Want met deze vaststelling plaatst Nietzsche het begrip nihilisme geheel buiten de (Westerse) geschiedenis. Voortaan is de geschiedenis wat hem betreft ziekmakend, een grote nachtmerrie.

In wat voor een wereld leven wij?
Volgens Nietzsche is de mensheid in dit aardse tranendal op weg naar de grote catastrofe. Op deze onomkeerbare route naar de ondergang (die bezaaid is met talloze valkuilen) moeten we nog een ‘extra last’ met ons meedragen en die last hindert ons dermate dat we struikelen en in het duister tasten. Want het zicht op de werkelijkheid wordt ons tijdens die reis ontnomen, we worden voortdurend met valse beelden en leugens bestookt: We leven in een wereld van sensatiechaos.

Binnen de mens heerst een grote onrust, voortdurend wordt hij gekweld doordat hij het culturele verval ervaart (in mindere mate is hij volgens Nietzsche slachtoffer van het sociale systeem: de overheid, het politieapparaat, het strafrechtsysteem, de klassentegenstellingen, het gezin, de media). Maar daar blijft het niet bij. Buiten de mens heerst namelijk het regime van de wil tot macht, de wil tot oorlog, de wil tot verovering, de wil tot wraak waarop de mens geen enkele controle kan uitoefenen.

In de literatuur wordt het nihilisme -in het algemeen volgt men Nietzsches definitie - opgevat als een reductie en/of uitdrukking van wanhoop, wanhoop over het verlies van God, wanhoop over het verlies van objectieve en absolute waarden en wanhoop over de (post)moderne conditie van vervreemding en ontmenselijking. Deze definitie is mij te beperkt, riekt mij teveel naar een al te strikte individuele, psychologische, existentialistische interpretatie van de menselijke conditie. Deze bepaling dekt mijns inziens niet de werkelijke lading van het fenomeen nihilisme dat ik eerder als een crisistoestand (in de meest ruime zin van het woord) opvat, die nauw verbonden is met een bepaald tijdperk, en derhalve per tijdvak kan verschillen. Dit houdt in dat de reactie op die crisistoestand ook verschillend van aard kan zijn. Deze reactie vindt haar uitdrukking in de opstand van individuen of bewegingen, zoals de ketterse bewegingen in de vroege middeleeuwen en de Russische nihilisten van de 19de eeuw, die een ander sociaal en/of politiek perspectief voorstonden.

Andere rebelse richtingen daarentegen voerden voornamelijk subversieve acties of ondergrondse activiteiten uit. Je zou kunnen zeggen dat elke richting zo haar eigen doel had. Ofwel zij spande zich in de Goddelijke autoriteit te ondergraven, of de moraal, de dan geldende waarheid, de ideologie, de kunst te ontmantelen, of de natuur te vernietigen. Het moge duidelijk zijn dat ik een andere benaderingswijze voorsta dan Nietzsche. Volgens mij is er in een bepaald tijdperk (niet in alle) sprake van een crisistoestand wanneer het verlies, liever gezegd de teloorgang, van waarden en/of waarheid, en/of geloof, en/of ideologie, en/of politiek, duidelijk aan de oppervlakte is getreden. Op deze onacceptabele toestand volgt een kritisch en radicaal antwoord. Soms is die ideologisch gefundeerd, vaak ontstaat die uit woede, wrevel of wanhoop.

Vervolgens is de vraag, wat heeft een radicale/actieve nihilist concreet tegen de heersende nihilistische toestand ondernomen, wat lag binnen zijn bereik en welke mogelijkheden waren er voorhanden. Op praktisch gebied probeerde hij de algehele maatschappelijke situatie te verstoren of te ontregelen. Op theoretisch gebied trachtte hij het geloof, de moraal, de ideologie en de waarheid te ondermijnen of radicaal om te keren. Wat vaak – ik doorloop nu even de geschiedenis met zevenmijlslaarzen – neerkwam op een kritische beschouwing van de beschaving, op een fundamentele kritiek van de moderniteit of postmoderniteit, de wetenschappen, de kunsten, de economische verhoudingen en de politiek.

Al met al blijkt het een onverbiddelijk nee-zeggen te zijn tegen het verval van maatschappij en cultuur. Ik heb dit nee-zeggen aan het licht proberen te brengen. En dat betekende dat ik ver terug moest gaan in de tijd, dat ik op zoek moest gaan naar de eerste dwalingen, valse en misleidende interpretaties in de meer dan tweeduizend jaar durende geschiedenis. Om dat lange verhaal kort te maken, heb ik besloten in elk hoofdstuk een markante periode centraal te stellen waarvan ik één of twee verschijningsvormen belicht. Deze kunnen o.a. handelen over:
het verval van de staat;
de ondermijning van de superieure positie van het kapitaal;
de verscherping van de klassentegenstellingen;
de ontmanteling van waarden en normen;
de crisis van het geloof;
de ondergraving van de autoriteit;
de ontmystificering van de waarheid;
de aanval op de kunst;
de opheffing van de ideologie;
de vernietiging van de natuur;
de ontregeling van de waarheid.

Deze verschijningsvormen treden aan de oppervlakte in tijdvakken waarin het gehele maatschappelijk systeem in crisis verkeert of aan het desintegreren is. Pas als bovengenoemde verschijningsvormen uitgekristalliseerd zijn in een concrete vorm, in een staatsvorm, sociaaleconomisch systeem, politieke, culturele, religieuze instituten die de macht vertegenwoordigen e.d., dan ontstaat het verzet.

De gehele geschiedenis tot de huidige tijd waar een hele generatie populisten het boegbeeld van is, heb ik onder de loep genomen. Dus, op elke weergegeven en geanalyseerde toestand volgt een reactie van veelal eigenzinnige types die hetzij als enkeling of in bewegingen actief zijn geweest. Deze types werden ooit dwarsdenkers en recalcitrante geesten genoemd, maar dergelijke figuren, zo is te lezen in mijn slotbeschouwing, zijn tegenwoordig enkel nog in het rechtse kamp te vinden.

Utrecht, mei 2019

Dit is de verantwoording van een bij Het vertale verlangen verschenen uitgave van Niets is waar; een eindeloze geschiedenis van het nihilisme.
De uitgave is te bestellen via Chaosmaatschappij of email renesanders@ziggo.nl

© 2010 www.chaosmaatschappij.nl